Home | kalender
 
Sint-Hermes

Actualiteiten

Home

Actueel

EINDE RESTAURATIE IN ZICHT



U hebt lang moeten leven met een gehalveerde, afgeschermde kerk! We danken u om uw begrip en geduld. We danken de bereidwilligen die de ongemakken van stofferige werken kordaat verhielpen zodat de kerk open bleef en de eredienst, zelfs even op nabije verplaatsing, kon doorgaan. We danken vooral onze Kerkfabriek die de moed nooit opgaf, maar taai volhield in het besef een grote gemeenschapszaak te dienen. Nu kunnen we fier meedelen dat het einde van dit deel van de collegiaal in zicht is. En het resultaat is verbluffend mooi! Terecht wordt dit tegen 29 augustus de bekroning van het jubeljaar van 1150 jaar aanwezigheid van de relieken van onze patroon.
Deken M. T'Joen



HOE LAAT IS HET OP SINT-HERMES?



Velen hebben zich dikwijls terecht afgevraagd: ‘wat is er hier aan ’t gebeuren en hoe staat het met de restauratiewerken? Wat ligt achter de rug en wat moet nog komen?’

Wekelijkse werfvergaderingen, vorderingsstaten en ook zware rekeningen volgden zich dikwijls te snel op (althans voor onze penningmeester), maar de werkzaamheden toevertrouwd aan aannemers en onderaannemers zijn onderhevig aan niet altijd voorzienbare moeilijkheden. Het is zo dat geen enkel meerwerk of onvoorzien bijwerk mag uitgevoerd worden zonder uitdrukkelijke goedkeuring van het Bestuur. Die werken moeten dan telkens gerechtvaardigd worden om te mogen vragen naar een bijkomende premie. Naast technische moeilijkheden inherent aan de aard van de werken of bij voorbeeld aan de toestand van de soms poreuze steen, stonden we soms voor moeilijke beslissingen betreffende het te volgen advies van Monumentenzorg en andere studiebureaus. De vloerverwarming met gevaar voor onderliggende gewelven van onze crypte was een keuze met ver dragende gevolgen voor architectuur. Het nam vele uren in beslag, maar vandaag zijn we de ingenieurs dankbaar om hun deskundigheid: ze hebben ons daadwerkelijk geholpen. Het grootste probleem was echter de stofverspreiding in heel de kerk en tot in de crypte ten gevolge van het ontpleisteren van de gewelven. Meerdere keren moest men de aannemer verplichten de nodige maatregelen te treffen die nochtans voor iedereen evident waren. De Kerkfabriek wilde zeker zijn van een continue voortzetting van de werken en na een bewogen moment met o.a. een proces van vaststelling volgde direct een verzoeningsvoorstel… en bleef men verder werken. Tussen hoofdaannemer en onderaannemers werd beter afgesproken en die afspraken werden nu goed nagekomen… Soms moest voor de ene aannemer een schorsing worden voorzien en voor de anderen een nieuw bevel van aanvang.

Met pasta probeerde men de gewelfribben te reinigen maar omwille van onvoldoende resultaat werd beslist de ribben te kalken tot aan de kapitelen. De gewelven zelf alsook de muren van het koor en van de dwarsbeuk werden opnieuw bepleisterd in een zeer lichte kleur voordat ze eveneens met een dampdoorlatende kalkverf worden bedekt. De mooie polychromie op de gewelfsleutels werd volledig geretoucheerd (ongeveer 50m2). Op de sculpturaal uitgewerkte sluitstenen werd een afwerking van blauw en goud gevonden. De aansluitende ribben werden met zwarte en gele visgraatmotieven en eenvoudige bloemensjablonen versierd. Deze motieven gaan mogelijk terug naar originele gotische beschilderingen. Ook het romaans gedeelte (achter het Maria-altaar), de Sint-Hermestribune, de “winterkapel”, de sacristie, en een werkruimte zullen worden vernieuwd en/of aangepast.

Het leidmotief van de Kerkraad “respect voor timing en budget” is nu ook goed bekend bij de ontwerper en de aannemers. In februari kregen we eindelijk een planning alsook het engagement dat de aannemer die timing scrupuleus wil respecteren. Het uit te voeren werk, de duur van de werkzaamheden alsook begin- en einddatum staan vast en daarom weten we nu reeds dat de demontage van de stellingen zal plaats hebben vanaf 24/05/10. Half juli zouden de vloeren van transept, viering en koor opgefrist zijn en laat ons hopen, de eerste fase beëindigd. Ondertussen zitten we niet stil: we plannen reeds fase 2: Centrale verwarming in benedenkerk. Hoop geeft moed en bewaart het geduld… en we hebben er zoveel nodig.
Dank aan alle Ronsenaars die Sint-Hermes genegen zijn, en heel bijzonder aan de vrijwilligers van de steeds parate kuisploeg.
Rubbens Hedwin, Voorzitter Kerkfabriek Sint-Hermes


BINNENRESTAURATIE VORDERT



image 10542


Op 29 januari 2010 poseerden deken M. T'Joen, voorzitter Kerkfabriek H. Rubbens, architecte Elke Steenwinckel (rechts) en assistente voor de krant met de goede boodschap dat de restauratie achter het grote witte scherm thans goed vordert. Die boodschap willen we onze lezers uiteraard niet onthouden. Na de installatie van de vloerverwarming, de herbetegeling, de grondige (én stofferige) ontpleistering van muren en gewelven, is de herbepleistering volop aan de gang. Met onze hele gemeenschap hopen we vast dat, dankzij het volgehouden toezicht van onze Kerkfabriek, deze eerste fase van de binnenrestauratie voltooid zal zijn voor de grote viering van 29 augustus 2010: 1150 jaar Sint-Hermesrelieken in Ronse!




TENTOONSTELLING





Naar aanleiding van de langdurende restauratiewerken en meer bepaald de conservering van het eeuwenoude beeld van de ruiter St.-Hermes met de geketende duivel, wilden we die beelden nader bij het publiek brengen. Nu het stof is gaan liggen en zowel de buiten- als de binnenkerststal mensen van goede wil naar zich toe trekken, kunnen we onze trouwe parochianen en alle geïnteresseerden een unieke tentoonstelling aanbieden.
De eeuwenoude Sint- Hermes als ruiter met de geketende duivel kan van dichtbij bewonderd worden in de tweede zijkapel rechts. Omwille van de onschatbare waarde zijn die beelden voor de duur van één jaar bewaakt door een camera met bewegingsdetector. Ook de gepaste uitleg is voorzien. De commentaar belicht een drievoudig aspect: de religieuze betekenis, de historische werkelijkheid en de technische aanpak voor restauratie en conservatie.
Voor de lay-out van de teksten verzorgd door de Stad, voor de deskundige raadgeving van de conservator en het werk van zoveel vrijwillige medewerkers, wil de Kerkraad iedereen oprecht bedanken. We danken het Stadsbestuur, de Provincie en het Vlaamse Gewest voor hun medewerking maar vooral onze gewaardeerde heer Deken M. T’Joen en zijn trouwe ploeg vrijwilligers die steeds paraat stonden als de nood het hoogst was.
In gedachte zie ik ook nog de vele parochianen en de trouwe kerkgangers die zich zonder meer hebben geschikt naar de nodige aanpassingen voor de erediensten.
Zalig Kerstfeest aan zoveel mensen van goede wil.
In naam van de Kerkfabriek, Rubbens Hedwin, voorzitter
Ronse 18 december 2009



INTERIEURRESTAURATIE ST.-HERMESKERK



image 10226


Het onderzoek naar oude afwerkingslagen op muren en gewelven is nog volop aan de gang. Het doel van het onderzoek is na te gaan of er zich onder de nu zichtbare afwerkingslagen eventueel meer waardevolle lagen bevinden. Deze onderzoeken zijn een belangrijke stap en bepalen in grote mate welke mogelijkheden voor de eigenlijke restauratie openblijven.
We stellen vast dat de pleisterwerken zich in zeer slechte staat bevinden. Zoutmetingen zijn dan ook meer dan noodzakelijk om zeker te zijn dat de hechting van de nieuwe pleisterlagen in optimale omstandigheden kan plaatsgrijpen. In een volgend verslag geven we een beeld omtrent de keuze van bepleistering en welke historisch waardevolle elementen worden behouden. Bij de wegname van de biechtstoel in het transept heeft men een nis uit de laat-Romaanse periode ontdekt. Door toedoen van de heer Albert Cambier en van stadsconservator Eric Devos werd uiteindelijk beslist om deze unieke vondst te integreren in de globale historische interieurafwerking. In afwachting van meer nieuws over de verdere restauratie tonen we u in detail het vele werk dat werd uitgevoerd door aannemer Ruben Willaert uit Sijsele om de beelden van St.-Hermes te restaureren. Deze beelden worden binnenkort in de St.-Hermeskerk tentoongesteld.

Aan de hand van het stratigrafisch kleurenonderzoek op de Hermesgroep bleek dat het vrijleggen van de onderliggende verflaag een historische en esthetische meerwaarde zou betekenen voor het St.-Hermesbeeld. De behandeling bestaat uit de vrijlegging, de reiniging van de polychromie, het fixeren van de losgekomen verflagen en het retoucheren van aanwezige lacunes.

image 10227


image 10228


NIEUWS VAN ST.-HERMES: START VAN FASE 1 VAN RESTAURATIE


De aannemer Ruben Willaert uit Sijsele is sinds eind vorig jaar begonnen aan de restauratie van het St.-Hermesaltaar. De beeldengroep van St.-Hermes is er, op de duivel na, zeer erg aan toe. Het paard, ruiter en duivel zijn ondertussen overgebracht naar zijn atelier in Sijsele. De beeldengroep heeft dringende nood aan een houtbehandeling. Bovendien vraagt de consolidatie van het paard heel wat behandelingen aangezien er bruinrot werd vastgesteld. In de noordelijke transeptarm dient eveneens het neoclassicistische Maria-altaar volledig gerestaureerd te worden.
De 4 beelden in de viering: beeld van de Verrezen Christus, beeld van O.L.V. Onbevlekt Ontvangen, beeld van St.-Jozef en het beeld van St.-Norbertus worden door dezelfde aannemer volledig gereinigd. Begin februari begint men met een wand te plaatsen tussen de bovenkerk en benedenkerk, teneinde de restauratie van het koor en de dwarsbeuk te kunnen realiseren en ondertussen de gebedsdiensten te laten doorgaan. In eerste instantie zal men de vloer van het koor en de dwarsbeuk uitbreken om de nieuwe vloerverwarming te kunnen plaatsen. Als alles volgens planning verloopt zal nog voor de verlofperiode de vloer in zijn oorspronkelijke staat hersteld zijn. Ondertusen zal de aannemer in overleg met het studiebureau Bressers heel wat bijkomend onderzoek verrichten naar de oude afwerkingslagen van het interieur, om zich aldus te kunnen voorbereiden op de definitieve restauratiewerken van koor, dwarsbeuk en viering. Al deze werken worden uitgevoerd door of in coördinatie met de aannemer Monument-Van de Kerkhove uit Ingelmunster. Gezien de grondige restauratie van de volledige bovenkerk was ook de aanpassing van verlichting, stopcontacten, geluidsinstallatie en beveiligingen noodzakelijk. De technische lokalen voor electriciteit, verwarming en sanitair bevinden zich naast de sacristie. Om te vermijden dat latere breekwerken noodzakelijk zijn, wordt de volledige kerk - met uitzondering van de toren - van nieuwe electrische installaties voorzien aangepakt. Deze werken worden uitgevoerd door de aannemer Fami uit Ingelmunster. De werken vangen aan in april 2009, een deel van de aanleg van de leidingen gebeurt in samenwerking met de aanleg van de vloerverwarming. De volledige afwerking van de electrische installaties is voorzien tegen tweede helft 2009. De totaliteit van de werken: Fase 1 binnenrestauratie koor, transept, viering zal volledig klaar zijn tegen april 2010. Ondertussen is het studiebureel Bressers bezig een ontwerp te maken voor het definitief dichtleggen van de opgravingen en het maken van een nieuwe toegang vanuit de kerk tot de crypte, samen met een aanpassing van de warmeluchtverwarming. In latere fase komt de binnenrestauratie van het schip en de zijkapellen aan de beurt.
De Kerkfabriek van Sint-Hermes


TORENWERKEN SINT-HERMES


Met veel dank aan Stadsingenieur Danny De Brakeleer geven we deze prachtige foto's en degelijke toelichting aan u door.

Op 18/1/2007 werden de spits van de St.-Hermestoren en de vier kleine torenspitsen beschadigd door een storm.
Uit onderzoek bleek dat de beschadiging ook werd veroorzaakt door een blikseminslag voorafgaand aan de storm.
Na besprekingen met de verzekeringsmaatschappij werd beslist een stelling te plaatsen rond de St.-Hermestoren en rond de vier kleine torenspitsen. De plaatsing van de stelling gebeurde in augustus 2008.
Op 1 september werd de schade ter plaatse gedetailleerd vastgesteld.
Van het bovenste deel van de grote Torenspits werd de metaalcontructie dermate beschadigd dat vernieuwing noodzakelijk was. De dakbedekking en de houten bekleding werden verwijderd om de herstelling van de torenspits mogelijk te maken.
Het bovenste deel van de torenspits werd in het atelier van Waeterloos gereconstueerd met nieuwe stalen profielen en in verschillende delen terug gebracht naar het topje van de St Hermestoren.
Momenteel worden de houten bekleding en de dakbedekking in natuurleien terug aangebracht.
Het zware, 7 meter hoge kruis, is volledig intact en niet beschadigd door storm of blikseminslag en blijft gedurende de volledige herstelprocedure ter plaatse op de gedeeltelijk gedemonteerde spits. De torenhaan werd om veiligheidsoverwegingen wel verwijderd en wordt nu in de stedelijke werkplaats volledig opgekuist en voorzien van een nieuwe laag bladgoud.
De dakbedekking van de vier kleine spitsen wordt plaatselijk hersteld. De basisstructuur van deze kleine spitsen werd door het noodweer niet beschadigd.
De werken zijn gestart op 1 september 2008 en zullen, als de weersomstandigheden het toelaten, beëindigd zijn rond 31 oktober 2008. In de loop van de maand november 2008 zal de stelling opnieuw worden verwijderd.



DE LANGVERWACHTE BINNENRESTAURATIE VAN DE SINT-HERMESCOLLEGIAAL


Op 19 mei 2009 gaf ingenieur Jacques Van Gyseghem, voormalig lid en thans gewaardeerd deskundig medewerker van de Kerkfabriek van Sint-Hermes, voor een vereniging toelichting bij de aan de gang zijnde binnenrestauratie van de Sint-Hermescollegiaal. Zijn verhaal zal velen interesseren en we zijn hem voor zijn inzet én dit verslag zeer dankbaar.

1. Inleidend
De bouwkundige parel van Ronse is de crypte. Maar wie de Kruisstraat afdaalt, wordt allereerst getroffen door de aanblik van de statige toren van de Sint-Hermescollegiaal. In de volksmond heet deze hier nog steeds ‘de grote kerk’. Voor de Franse Revolutie behoorde ze toe aan de kanunniken van het Sint-Hermeskapittel, vandaar de benaming ‘collegiaal’ of collegiale kerk.
De St-Hermeskerk behoorde oorspronkelijk tot het kapittel, waarin de relieken van de heilige konden ondergebracht worden. Vanaf 1822 werd de St.-Hermescollegiaal gebruikt als parochiekerk ter vervanging van de tot dan gebruikte St.-Pieterskerk, welke in 1843 werd afgebroken en waarvan de structuren nog te zien zijn aan het Kaatsspelplein. Hoewel de collegiaal van buiten indrukwekkend oogt, was het vele Ronsenaars en bezoekers een doren in het oog dat het kerkinterieur vervuild bleef. Op 13 oktober 2008 kondigden de eerste stellingen de langverwachte binnenrestauratie aan dat we hier willen toelichten.

2. Historiek van de kerk
De St-Hermescollegiaal is een gotische kerk die hoofdzakelijk uit de 15de-16de eeuw en heeft een lange geschiedenis achter de rug. In de 15de eeuw moet de idee gegroeid zijn om de oude romaanse kerk te vervangen door een modieuzer gotisch gebouw. De oostelijke transepthoek, een deel van de romaanse kerk uit de 12de eeuw, werd niet gesloopt, maar in de kerk geïntegreerd. In 1859 liet deken Liedts op eigen kosten de noordelijke zijkapellen bouwen op de plaats waar voordien het klooster stond.

3. Historiek van het meubilair
Het meubilair in de kerk dateert hoofdzakelijk uit de 19de eeuw. Uitzondering hierop is het St-Hermesbeeld met ruiter en paard, dat van de 18de eeuw is. De St-Hermesfiguur is zelfs ouder want er werd vastgesteld dat beide figuren stilistisch niet samen horen. De vieringsbeelden in witte zachte kalksteen zijn eveneens ouder (van 1687, behalve St.-Norbertus). Bij aanpassingen werden soms oudere delen gerecupereerd, bv. de imposante houten bovenbekroning (God de Vader met wereldbol voorstellend), afkomstig van het 18de eeuwse O.L.V. altaar, wat zich nu boven het Maria-altaar bevindt. Ook de lambrisering in het koor en het koorgestoelte zijn 18de eeuws.

4. Restauratie doorheen de eeuwen
De geschiedenis had zijn invloed op de evolutie van de kerk en het interieur. Er waren perioden van bloei en perioden van verval. Denken we maar aan meerdere branden, die de stad en de kerk hebben geteisterd; er was de Beeldenstorm, de Franse revolutie…
Uit onderzoek is gebleken dat het kerkinterieur (muren, zuilen, gewelven), zoals in het verleden gebruikelijk was, volledig met een afwerkingslaag was bedekt. Deze bedekking werd zowel over de natuursteen als over de baksteen aangebracht. De kleurenkeuze varieerde volgens de periode. In 1865 is er een eerste maal sprake van restauratie en expliciet had men het over een ontpleistering van het interieur. De interieurafwerking, zoals we die op vandaag kennen, kwam deels tot stand in de 19de eeuw.
In de jaren ‘60 van de vorige eeuw volgde een nieuwe periode van verval, waarbij talrijke cultuurhistorische getuigen verloren gingen. Langdurige verwaarlozing, onberedeneerde ingrepen en schade, veroorzaakt door het gebouw zonder dakbedekking langdurig bloot te stellen aan regen en wind, lieten het interieur in een jammerlijk vervuilde toestand achter.
De laatste jaren kwamen allerlei nieuwe initiatieven tot stand en groeide een consensus om de St.-Hermeskerk in haar geheel te revaloriseren. Voor het interieur werd een algemene voorstudie uitgevoerd. De voorstudie van de historische kleurafwerking werd ontworpen door het studiebureel Lode De Clercq uit Antwerpen en uitgevoerd door het bureau Vandenborre uit Lovendegem. Onder het schip werd een archeologisch onderzoek verricht waarbij sporen van een oudere Karolingische kerk teruggevonden werden. Ook werd de heropening van één toegang vanuit de kerk naar de crypte voorgesteld.

5. Planning van de werken
Het onderzoek naar de oude afwerkingslagen, dat nagenoeg tien jaar geleden werd opgezet, was een belangrijke eerste stap. Het doel van dit onderzoek was na te gaan of er zich onder de nu zichtbare lagen mogelijk meer waardevolle lagen bevonden. Hierbij speelt ook de toestand waarin oude en recente afwerkingslagen zich bevinden een grote rol.
Fase 1 van de binnenrestauratie is thans in uitvoering. Ze omvat:
- het plaatsen van vloerverwarming in transept en koor, uit te voeren door Monument Van de Kerckhove;
- de vernieuwing van de binnenverlichting door de nv Fami;
- de volledige restauratie van koor, transept met viering, sacristie en winterkapel uit te voeren door Monument Van de Kerckhove;
- de restauratie van het St.-Hermesaltaar, het neoclassicistische Maria-altaar en de beelden van de viering, uit te voeren door Ruben Willaert uit Sijsele.

Fase 2 betreft de grondwerken in de benedenkerk en bestaat uit:
Een dossier in opdracht van de Stad, met name het openen van een nieuwe toegang naar de onderliggende crypte, het definitief dichtleggen van de opgravingen en het integreren van de opengegraven kerkruimte in de crypte. Momenteel voert men temperatuur- en vochtmetingen uit om na te gaan of er maatregelen noodzakelijk zijn voor de acclimatisatie van de crypte.
Een dossier in opdracht van de Kerkfabriek, met name het vervangen van de huidige warme lucht verwarming in de benedenkerk door ventilo-convectoren.

a) Restauratie van de beelden
De belangrijkste beeldengroep in de collegiaal is de St.-Hermestribune, bestaande uit ruiter, paard en duivel. De hechting van de verf op het paard en de St.-Hermesfiguur is in slechte staat. De duivelsfiguur heeft zich, hoewel dit beeld meerder malen ten val is gekomen, vrij goed gehandhaafd.Voor de heilige werd beslist, door middel van vrijlegging en restauratie, terug te gaan tot een voorgaande fase, waarbij hij met een zwart harnas met vergulde details was getooid. Onlangs werd beslist voor het paard eveneens de huidige verflaag (marmerachtig wit met zwart) te verwijderen om te komen tot en meer harmonisch geheel . Het teruggaan tot een vorige laag is een minutieus en omslachtig werk, dat uitgevoerd wordt met een scalpel. De Ronsenaars krijgen binnen enkel jaren een bruin paard te zien!
Hiervoor dient een nieuw dossier opgemaakt om het paard dat intern bruinrot vertoont, te consolideren. De consolidatie bestaat uit het vullen van alle aanwezige gaten (houtworm en nagelgaten); vervolgens wordt rond het paard een constructie gebouwd om het over 180° te kunnen draaien. De consolidatie wordt in 3 fasen uitgevoerd, in telkens 8 stappen. De consolidant vormt een korst aan de buitenkant van het paard. De injectie gebeurt respectievelijk met 5%, 10% en 20% product in oplossing. Voor de kleinere delen zoals poten, staart en kop wordt het consolidant geïnjecteerd via ingietgaten. Gevolg is dat het paard tijdelijk wordt opgeborgen in een kist en dat de ruiter voorlopig op een voetstuk wordt geplaatst, in afwachting van de goedkeuring van een bijkomend dossier.
De 4 natuurstenen barokbeelden, ter hoogte van de vieringsteunen, zijn er beter aan toe. De algemene toestand ervan is bevredigend en de hechting van de verf stelt over het algemeen geen problemen. Na voorzichtige afborsteling kunnen de beelden gereinigd worden. De ontbrekende attributen zouden terug kunnen aangebracht worden. Zowel het Maria-altaar, opgebouwd uit wit marmer, als het St-Hermesaltaar zijn aan een grondige restauratie toe.
De rest van het meubilair dient hoofdzakelijk gereinigd.

b) De restauratie van gewelven, wanden en zuilen
De St.-Hermeskerk maakt op de bezoeker een donkere en sombere indruk. Dit beeld wordt sterk bepaald door de onafgewerkte en sterk vervuilde bepleistering, die zeer veel licht van de toch al kleine ramen absorbeert.

De gewelven met baksteenschildering zijn er slecht aan toe. Grote hoeveelheden water hebben de aanwezige zouten naar de oppervlakte van de steen laten emigreren. De baksteen zelf is over ongeveer 3 mm aangetast.
De gewelven moeten een behandeling krijgen met een steenverstevigingsproduct en herbepleisterd worden.Op de nieuwe bepleistering kan een afwerkinglaag op basis van kalk worden aangebracht. Gelet op de decoratie van de kerk is het aangewezen een nieuwe beschildering te voorzien in een effen lichte tint.
De wanden moeten grondig worden gesaneerd. De sterk vervuilde en door zouten gecontamineerde pleisterlaag moet worden verwijderd. De wanden worden opnieuw bepleisterd met een licht hydraulische kalkmortel en eveneens in een effen lichte tint geschilderd. Als basis zou men een lilatint (lakmoes) kunnen nemen. Deze kleur heeft een zeer groot reflecterend vermogen en zal de lichtinval in het gebouw gunstig beïnvloeden.
De muurvlakken onder de vensters in het koor zijn versierd met neogotische damastschilderingen, die zich nog in vrij goede staat bevinden en gerestaureerd zullen worden.
De zuilen werden in het de 19de eeuw ontpleisterd. Achter de preekstoel treft men nog de oude bepleistering aan. De zuil was bedekt met en vrij dikke okergele haarmortel, die voorzien was van zeven witte kalkwitsels. Er is nogal wat discussie omtrent het al of niet schilderen van de natuurstenen zuilen en kapitelen. Er werd gevraagd om een computersimulatie te maken om het mogelijke resultaat te kunnen beoordelen.

6. Uitgangspunt voor de ingreep
Verwijdering van de bepleisteringen op muren en gewelven is noodzakelijk, op de neogotische damastschildering in het koor na. Concreet betekent dit dat na het wegkappen en reinigen nieuwe pleisterlagen dienen aangebracht. In het romaanse gedeelte van de collegiaal worden bepaalde nissen opnieuw zichtbaar gemaakt. Er wordt gekozen om waar mogelijk de neogotische decoraties te behouden en waar deze verstoord is, te herstellen.

7. Elektriciteit
De volledige elektriciteit binnenin de kerk wordt vernieuwd, met uitzondering van de verlichting en bekabeling in de toren. De installaties zijn hopeloos verouderd en maken nog gebruik van energieverslindende lampen.
In het schip worden 2 rijen van 6 hangarmaturen (met en vermogen van 35W en 70 W CDMT lampen geïnstalleerd dit in vervanging van lampen van 500W halogeen), die zowel de gewelven als de zitplaatsen zullen aanstralen. Men gaat ervanuit dat we op één meter boven de vloer gemiddeld een verlichtingssterkte van 200 lux zullen opmeten. In de zijbeuken komt een lijnverlichting met TL lampen. De bedoeling is om het gebouw in de lengterichting te accentueren. In het hoogkoor en voor de kapellen worden projectoren met CDMT lampen van 70W geplaatst. Enkel voor de aanstraling van het altaar worden projectoren met lampen van 150W CDMT gebruikt.
Bovendien wordt het gebouw uitgerust met brandalarm en inbraakbeveiliging.
In de benedenkerk blijkt één klankkast voldoende om het geluid op schitterende wijze over de ganse kerk te brengen.

8. Vloerverwarming
Voor de verwarming van de bovenkerk werd gekozen voor vloerverwarming. Door de aanwezigheid van de gewelven van de crypte is de ruimte op enkele plaatsen onvoldoende. Daar in geen geval mag geraakt worden aan de structuur van de crypte, werd beslist het transept met één trap te verhogen.

9. Besluit
Restauratie is geen exacte wetenschap. Voor de restauratie bestaan verschillende mogelijkheden. Bij de keuze houdt men rekening met diverse elementen, zoals de toestand van de huidige en oudere afwerkingslagen, de historische achtergronden en de harmonie van het geheel.

De kerk is en blijft een plaats van bezinning en het is belangrijk dat er een sfeer van sereniteit heerst.

Jacques Van Gyseghem


  | Afdrukken |Zoeken |SiteMap | Mail ons





Laatste wijzigingen: 24/03/15 @ 22:09 CET | 8 msec
© Copyright 2003-2024 Parochie-ronse.be
Powered by SiteEdit © 2002-2024