Home | kalender
 
Sint-Hermes

Home

Sint-Hermes anders

Sint-Hermes martelaar

Dankwoord

SINT-HERMES ANDERS



image 16961

image 16962


Historicus Eric Devos bezorgde ons bereidwillig als steeds de tekst van zijn bijdrage die hij voorbereidde voor de viering van Sint-Hermes martelaar in de crypte donderdag 28.8.2014. Met grote dankbaarheid laten we u nagenieten van een nieuwe stap in zijn onderzoek.

De gecorrigeerde drukproeven van mijn bijdrage in de Annalen van de Geschiedkundige Kring 2013 waren nog niet droog, of er werd een merkwaardig heiligenprentje van Sint-Hermes ontdekt. Het meet 6,5 x 10,5 cm en is afkomstig uit een heiligenkalender of een martyrologium. Sint-Hermes staat erop afgebeeld als Romeins officier met uniform, te voet, met palmtak en zwaard in de handen. Stilistisch is het te dateren eind 17e of begin 18e eeuw, en hoogstwaarschijnlijk werd het in Antwerpen gedrukt.
Het gaat hier wel degelijk over ‘onze’ Hermes, want aan het einde van de tekst staat: ‘Ludovicus vero Pius Rotnacum in Flandriam transvexit’, met feestdag op 28 augustus.
Wat blijkt echter? Hermes wordt hier helemaal niet in verband gebracht met krankzinnigen, maar met de ‘bona aedificatio domesticorum’. Het onderschrift sluit af met ‘Ora pro salute domesticorum’. Sint-Hermes als patroonheilige voor het welzijn van huisgenoten of huisbedienden. Op de keerzijde staat in het kort de bekende legende van de Hermes en paus Alexander, met de tot leven gewekte zoon van Hermes, en vooral de vrijlating van hun 1.200 slaven, die hier ‘familia’ genoemd worden.
Voor zover geweten, is een dergelijke attributie aan Sint-Hermes tot nu toe onbekend. Het was dus een uitdaging om te pogen, dit prentje in een context te plaatsen, en dat vanuit verschillende invalshoeken.
Na enig zoekwerk vonden we in de literatuur in 1719 en 1723 enkele referenties, die Hermes uitsluitend bestempelen als bevrijder van zijn slaven: ‘Hermes stelde een voogd aan over zijn zoon, en nadat hij hem voldoende goederen nagelaten had om in zijn onderhoud te voorzien, verdeelde hij de rest onder zijn slaven en dienaars, hen zeggende dat het niet meer redelijk was dat zij nog zijn slaven en dienaars zouden, nu zij zijn broeders werden’. Verderop in deze tekst is geen sprake van een onthoofding: ‘de bekering van tribuun Quirinus leidde tot grote woede bij de Gouverneur, wiens hardheid leidde tot het martelaarschap van Quirinus, en ook van Hermes’.
Volledig in dezelfde sfeer zit een passage uit de ‘Verlossing der slaeven door de Geestelyken, voornaemelyk de Religieusen en door de wereldlyken by opwekking der voornoemden’, een werk uit 1837, waar Hermes vernoemd wordt naast andere heiligen zoals Remigius, Gervasius en Protasius. Deze tekst handelt over de hoofdrol van Sint-Hermes als bestrijder van de slavernij: ‘… eenen Godvreezenden en edelen man Hermes, stadsvoogd van Roomen, welken van den Paus Alexander met zyne vrouw, zuster, kinderen en 1.250 slaeven gedoopt wordende, eerst aen deéze alle op den Paeschdag de vryheyt vergund, en nog met milde geschenken vereerd heeft, hun alzoo de verlossing der slaeverny naer ziel en lichaem bezorgende’. Verschillende andere – hoofdzakelijk Franse - auteurs brengen hetzelfde verhaal, sommige bestempelen Hermes als het eerste voorbeeld van iemand die zijn slaven vrijlaat, een voorloper in de afschaffing van de slavernij in de westerse wereld. Er wordt nergens verwezen naar zijn verband met geesteszieken, of de marteldood. Hermes als kerkelijk boegbeeld van de abolitionisten!
Er is geen twijfel: het gaat hier telkens over de stadsprefect van Rome, met feestdag op 28 augustus.
Alles wijst er dus op dat deze attributie pas vanaf ca. 1700 opduikt en dat ze in zekere zin ‘ineengestoken’ werd. Hermes figureert hier, samen met enkele anderen, in een theoretisch debat dat vanaf de 18e eeuw, en zeker met de Verlichting, in alle hevigheid losbarst. De publicaties worden rond het midden van de 19e eeuw geëngageerder en scherper. Doch als de slavernij in de Westerse samenleving niet meer ter discussie staat, verdwijnt onze abolitionist even snel van het toneel. Ik vraag mij af of men, zelfs toen, in Ronse weet had van een dergelijke verwijzing naar onze patroonheilige.
We zijn de historische Hermes meer en meer gaan beschouwen als een vrijgelaten slaaf uit Griekenland, die naar Rome kwam om het geloof te prediken en er de marteldood zou sterven op een 28e augustus. Hierbij wordt steevast gesteld dat de godennaam Hermes frequent gebruikt werd voor een slaaf of een vrijgelatene. Merkwaardig toch, in deze context … . 
Eén en ander deed ons verder nadenken over de plaats van dit prentje in de – erg schaarse - iconografie van Sint-Hermes. Ondanks de gegevens die de laatste jaren naar boven kwamen, ontbreekt op sommige vragen een antwoord en blijft de verwarring over de voorstelling van onze stadspatroon zelfs in recente repertoria bestaan. Met de juiste vraagstelling kunnen de puzzelstukjes wellicht samengelegd worden.
Eerder onderzoek wees uit dat Hermes in gans West-Europa te voet afgebeeld werd, veelal in militaire uitrusting, heel soms in toga, met het getrokken zwaard en/of een palmtak in de hand.

Ronse
De ruitervoorstelling die zich hier ontwikkelde, is tot dusver uniek. Het waarom is een ander verhaal; in een volgende lezing wil ik het graag met u zal hebben over het paard van Hermes. Tijdens de tweede helft van de 15e eeuw bestaan in Ronse de twee versies naast elkaar. Ca 1480-1490 zien we de eerste ruitervoorstelling opduiken op een sluitsteen in de noordelijke zijbeuk van de Sint-Hermeskerk, in volle wapenrusting en met getrokken zwaard. Een Sint-Hermes te voet vinden we op het zegel van kapitteldeken De La Porte in 1497. We zitten hier blijkbaar in een overgangsperiode tussen de ‘klassieke’ en de Ronsische Hermes. Vanaf 1507 geeft het grote ruiterbeeld van Hermes ‘gewapend met een zwaard, en met een commandostaf in de rechterhand’, vergezeld van enkele geesteszieken en een duivelfiguur, resoluut de nieuwe vormgeving weer.

De streek rond Ronse
Die ruitervoorstelling staat ook in een Noord-Henegouws getijdenboek uit ca. 1450, in de Koninklijke Bibliotheek van Den Haag, en in de Horae Beatae Mariae Virginis, door Arend de Keysere uitgegeven te Gent in 1488-1490. Maar er is ook een Hermes van Ronse te voet, in een Vlaams gebedenboek uit de 15e eeuw, in de British Library in London. We zien hem telkens in militaire uitrusting met getrokken zwaard.
Een kopergravure van de Sint-Hermesconfrerie in de Sint-Niklaaskerk van Doornik uit 1721, in het Guislainmuseum in Gent, evenals het houten beeld uit dezelfde periode, tonen ons een Hermes te paard. Sinds de 15e eeuw bestond er in Doornik een Sint-Hermesaltaar.
Een mysterieuze penning van de St.-Lambertuskerk van Lambres uit de 2e helft van de 17e eeuw, toont op de keerzijde een ruiterafbeelding van onze patroon, geheel naar Ronsische norm. Jammer genoeg kennen we het bestaan van deze penning slechts via de beschrijving van een 19e eeuwse privécollectie in Noord-Frankrijk.
In Oudenaarde bestaat er sinds de 16e eeuw een Sint-Hermesgilde, en reeds in de ommegang van 1482 is er sprake van ‘St Remeeus duvele’, een onderdeel van de Ronsische voorstelling. Hermes wordt er als ruiter afgebeeld.
We mogen stellen dat deze regio in de 15e eeuw een actief ‘rekruteringsgebied’ voor het kapittel was.

De Nederlanden en de Zuidelijke Nederlanden
waarin de ‘klassieke’ Hermes te voet exclusief blijft voortbestaan. We denken daarbij eerst aan Theux, de enige andere kerk in België die aan Hermes gewijd is.
Maar ook oude publicaties leveren hun bijdrage. Zo is er de Generaele Legende der Heylighen van Ribadeneira en Rosweyde uit 1649. In dat bekende en ruim verspreide naslagwerk, dat de heiligenlevens per kalenderdag weergeeft, staat op 28 augustus ‘De Martelie van den H. Hermes’ van Ronse, gevolgd door de legende, doch zonder verwijzing naar diens aanroeping tegen geestesziekten. In dit werk wordt elke maand voorafgegaan door één grote kopergravure, waarop de heiligen per dag afgebeeld zijn. Ook Hermes is daarbij: te voet, in een bijna niet te definiëren kledij, maar met het getrokken zwaard in de rechterhand.
Een gelijkaardig iets treffen we aan op het prentje dat vandaag in de kijker staat. In beide gevallen is er een rechtstreekse verwijzing naar Ronse, doch met een ‘klassieke’ voorstelling te voet.
Conclusie
In de 15e eeuw wordt de ‘klassieke’ Hermes te voet in Ronse resoluut op een paard geplaatst. Vanuit Ronse begint in diezelfde periode een nieuwe verspreiding in de regio. Dat de reputatie van Hermes van Ronse in onze ruime gewesten bekend was, wordt bevestigd door de herkomst van de bedevaarders die in het Zottenboek geregistreerd staan. Maar de specifieke Ronsische ruitervoorstelling was daarentegen helemaal niet zo verspreid. De voorstelling te voet bleef buiten onze regio voortbestaan, al dan niet met verwijzing naar Ronse. Vandaar de merkwaardige combinatie op ons prentje. Het is zeer de vraag of er nog andere gevallen bekend zijn, waarbij een heilige op zuiver lokale basis zo’n transformatie onderging en op zijn beurt teweegbracht.
Laat mij nog even toe u voor meer details te verwijzen naar de Annalen van de Geschiedkundige Kring, die eind 2014 verschijnen, en waarin u het bovenstaande, naast talrijke andere artikels, zal kunnen nalezen als onderdeel van het tweede deel van de studie over Sint-Hermes.
  | Afdrukken |Zoeken |SiteMap | Mail ons





Laatste wijzigingen: 12/09/14 @ 15:48 CET | 6 msec
© Copyright 2003-2024 Parochie-ronse.be
Powered by SiteEdit © 2002-2024